Bestuurlijke organisatie

Thema’s > Bestuurlijke organisatie

De Bondsrepubliek Duitsland is een federale staat, bestaande uit zestien deelstaten en een overkoepelende bondsregering.

Aan het hoofd van het land staat de bondspresident. De president wordt door leden van de Bondsdag, de Bondsraad en de parlementen van de deelstaten gekozen voor een periode van vijf jaar. De president ondertekent nieuwe wetten, waarna ze in werking treden. De functie van de bondspresident is te vergelijken met die van de Nederlandse koningin: het is een overwegend representatieve functie. Hij (of zij) vertegenwoordigt zijn (of haar) land in het buitenland. De Duitse president kan echter wel op eigen titel gevoelige thema’s aansnijden, terwijl de Nederlandse koningin geen politieke uitspraken mag doen. Sinds 1 juli 2004 wordt de functie van Bondspresident vervuld door Horst Köhler.

Centrale regering
In Duitsland zijn de drie machten bij de centrale regering als volgt verdeeld:

  • wetgevend: de Bundestag (Bondsdag) en de Bundesrat (Bondsraad)
  • uitvoerend: de Bundesregierung (Bondsregering) en Bundeskanzler (Bondskanselier)
  • rechtsprekend: het Bundesverfassungsgericht (federaal constitutioneel gerechtshof) en de rechterlijke macht in het algemeen

Wetgevende macht
De Bondsdag wordt door het Duitse volk om de vier jaar gekozen en is te vergelijken met de Nederlandse Tweede Kamer. De belangrijkste taken van de Bondsdag zijn: de wetgeving, het controleren van de regering en het kiezen van de bondskanselier. De Bondsdag telt momenteel 614 afgevaardigden, die allen over het recht beschikken een wetsontwerp in te dienen.

De Bondsraad wordt gevormd door afgevaardigden van de zestien Duitse deelstaatregeringen en telt 69 leden. Afhankelijk van het aantal inwoners heeft elke deelstaat drie tot zes leden in de Bondsraad. De Duitse Bondsraad is te vergelijken met de Nederlandse Eerste Kamer: beide moeten bijvoorbeeld hun goedkeuring aan wetsvoorstellen geven. Een verschil zit echter in het federatieve karakter van de Bondsraad. De raad heeft een grote stem bij de totstandkoming van wetten die de deelstaten betreffen. De politieke machtsverhoudingen in de Bondsraad zijn afhankelijk van de partijsamenstelling van de deelstaatregeringen. Zo kan de Bondsraad een andere meerderheid hebben dan de Bondsdag.

Uitvoerende macht
De Bondskanselier wordt op voordracht van de bondspresident door de Bondsdag gekozen. De kanselier is verantwoording schuldig aan het parlement (Bondsdag) en kan afgezet worden door een zogenaamde ‘constructieve motie van wantrouwen’. Dit systeem moet een hoge mate van stabiliteit garanderen.
De Bondskanselier stelt de Bondsregering samen. De kanselier is voorzitter van de regering en is tevens het enige gekozen lid van het kabinet, want de ministers worden door de kanselier benoemd. Bovendien stippelt de kanselier de richtlijnen voor het regeringsbeleid uit (Richtlinienkompetenz), waardoor hij over grote macht binnen het kabinet beschikt.
De regering bestaat momenteel uit de zogenoemde grote coalitie van CDU/CSU (christendemocraten) en SPD (sociaaldemocraten) onder leiding van Bondskanselier Angela Merkel.

Rechterlijke macht
De hoogste rechtsprekende macht in Duitsland is het constitutionele gerechtshof, het Bundesverfassungsgericht. Dit gerechtshof is sinds 1951 opgericht en waakt over de grondwet. Het bestaat uit twee senaten van elk acht rechters. De rechters van elke senaat worden voor de helft gekozen door de Bondraad en voor de andere helft door de kiescommissie van de Bondsdag.
Het Bundesverfassungs gericht neemt beslissingen over klachten over de interpretatie van de grondwet, onenigheid over de bevoegdheden van staats- en deelstaatsorganen, over de overeenstemming van grondwetten van de deelstaten met de grondwet van heel Duitsland en over het opheffen van een politieke partij. Niet alleen deelstaten kunnen een klacht deponeren bij het gerechtshof, ook individuen kunnen dat doen. De uitspraak is bindend voor alle staatsorganen, partijen en personen.

Federale regering
De zestien verschillende Bundesländer hebben een eigen regering, die op veel terreinen, zoals onderwijs, natuurbescherming, waterhuishouding, ruimtelijke ordening, gezondheidszorg, culturele zaken en de media, een eigen beleid bepalen. De deelstaten moeten wel binnen de kaders blijven van de wetten die de bondsregering heeft opgesteld. Daarnaast zijn er beleidsterreinen waar de deelstaten geen invloed op hebben, zoals buitenlandse politiek, defensie, spoorwegen en (een deel van de) belastingen. Op enkele terreinen zijn de bondsregering en de regeringen van de deelstaten samen verantwoordelijk (onder andere strafrecht, vreemdelingenbeleid, woningbouw en milieuwetgeving).
Als er een conflict ontstaat tussen de deelstaten en de centrale regering over de bevoegdheden, dan kan het Bundesverfassungsgericht hierover een besluit nemen.

Bronnen:

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.