In Duitsland wordt Duits gesproken.

De meeste Duitsers spreken ook wel Engels en in de grensstreken met Nederland soms ook wel een beetje Nederlands.

Het Duits maakt deel uit van de grote groep van Indo-Germanistische talen en is gerelateerd aan het Deens, Noors, Zweeds, Nederlands, Vlaams en Engels. Aan het eind van de Middeleeuwen bestonden er in Duitsland een groot aantal aan regionale schrijftalen. Met de Luthers vertaling van de bijbel ontstond er geleidelijk aan één schrijftaal die grotendeels gebaseerd werd op de officiële schrijftaal van Saksen (de schrijftaal van Meissen).

Het Duits wordt wereldwijd gesproken door meer dan honderd miljoen mensen en wordt gesproken in Oostenrijk, Liechtenstein, het merendeel van Zwitserland, Zuid-Tirol (Noord-Italië) en wordt gesproken in kleine delen van België en Luxemburg die grenzen aan Duitsland. Ook de kleine Duitse minderheden in Polen, Roemenië en de landen van de voormalige Sovjet-Unie spreken nog redelijk Duits.

Duitsland kent een zeer groot aantal dialecten die stammen uit het verre verleden toen Duitsland bewoond werd door verschillende stammen met elk hun eigen tradities en dialecten. Een cultureel erfgoed dat tot op de dag van vandaag “voortleeft”. Het dialect van iemand uit het Noorden van Duitsland kan volledig onverstaanbaar zijn voor iemand uit het Zuid-Duitsland.